El Salvador, Honduras en Nicaragua.. Het laatste deel van mijn solo-reis. Eén grote glimlach.

21 juni 2017 - Lima, Peru

Lieve allemaal, 

Het laatste deel alweer van mijn solo-reis. Het is zeker een maand geleden dat ik mijn blog voor het laatst updatete. De laatste anderhalve maand kwam ik namelijk tot het besef dat ik ¨nog maar¨ anderhalve maand had - toen een maand - twee weken - de tijd VLIEGT., dus ben ik zoveel mogelijk gaan doen en heb ik geen tijd gemaakt om mijn blog te schrijven! Bij deze dus mijn laatste verhaal en ik kan alvast zeggen dat-ie best een eindje gaat worden. Enjoy! 

El Salvador 

In mijn laatste blog vertelde ik dat ik naar El Salvador ben gegaan, begin mei. Ik had het noorden van Guatemala overgeslagen, ook al waren er nog tal van zaken om te bezoeken, ik voelde er op dat moment niet veel voor. Ik had zin om weer te surfen. Dat is zo fijn, om gewoon op je gevoel af te gaan en doen waar je zin in hebt op dat moment.. Ik had ook Jaime (die Canadeze vriendin, schrijfster) gesproken over El Salvador, zij heeft er een jaar gewoond en er een reisboek over geschreven. Veel reizigers die door Centraal-Amerika reizen, gaan naar Guatemala en skippen dan El Salvador en Honduras, om direct door te gaan naar Nicaragua, Panama, Costa Rica.., of de andere richting op. Ze zijn (onbewust) bang voor deze twee landen, of denken dat er weinig te zien en te doen is, omdat ze er geen andere reizigers over horen. Ik was bijna in dezelfde valkuil getrapt, ware het niet dat Jaime me op het hart drukte om toch te gaan. Ze was helemaal vervuld van het land, omdat er zulke geweldig aardige mensen woonden, die je zo graag het land willen laten zien, dat uit zoveel meer bestaat dan de Mara´s. Dit is de naam van de Mara Salvatrucha´s of MS-13, MS, een grote gang, bende, die met name in El Salvador actief is. Ze zijn oorspronkelijk gevormd in de jaren ´90 in arme wijken in de US, uit zelfverdediging tegen andere gangs, maar zijn daarna het land uitgezet (lekker makkelijk toch, ´Murica) - terug naar El Salvador bijvoorbeeld.. Ze zijn ook actief in Honduras en Guatemala. Waarom ik eigenlijk dit verhaal niet zou willen vertellen, is omdat je juist hiervan bang wordt om niet naar deze landen te reizen. En het eerste waar mensen deze landen mee associeren, is dus gang violence. Maar Jaime vertelde me dat de Mara´s niet overal zijn en gelijk maar alle willekeurige personen neerknallen, ze zei ´Ja de moordcijfers zijn er, er zijn veel homicides, maar als toerist heb je weinig te vrezen, en zelfs als je een Mara tegen zou komen, zou deze je nog vriendelijk gedag zeggen.´ Veel Salvadorianen willen namelijk zo graag de andere kant van het land laten zien, hoeveel moois het te bieden heeft. Ik denk dat dit geldt voor heel Centraal-Amerika. Tijdens deze reis heb ik een soort grappig ironische analyse gemaakt, namelijk, elk land heeft een ander land of continent, helaas, wat wordt gevreesd en deze angst is eigenlijk alleen gebaseerd op slechte media berichten (de meeste mensen die ik spreek hierover zijn namelijk niet in het betreffende land geweest om het zelf te zien. Zo heb ik gemerkt dat veel (ik zeg veel, niet allemaal) Nederlanders bang zijn voor Mexico (OMG met al die narcos en drugsbendes, je bent gek dat je erheen gaat en dat alleen!), en dat Mexicanen bang zijn voor Guatemala- (of de rest van Centraal-Amerika überhaupt- Dios Mios, het is daar zo arm! ik ben er nooit geweest, hoor! maar dat denk ik wel eigenlijk! ´Ze´ komen allemaal hierheen als immigrant, de gelukszoekers..) en als ik zeg tegen Guatemalteken dat ik naar El Salvador ga, springen ze een gat in de lucht uit schrik (qué?? je gaat naar El Salvador, het is daar super peligroso, met al die Mara´s, ik zou er dus noooit heengaan) en toen zeiden de Salvadorianen bang te zijn voor Venezuela (en die reden is wel redelijk gegrond, aangezien daar vele hevige, bloedige protesten zijn en er ongeveer een burgeroorlog gaande is..). Maar zoals voor de andere landen geldt, denk ik dat je overal, in elk land, buurten hebt waar je beter niet kan zijn, en voor de rest overal, vooral bewust, maar niet bangzou kunnen reizen! Bepaalde dingen vermijden, bepaalde buurten en reizen in het donker enzo. Dus ik ging naar El Salvador, en zag een prachtig land, met inderdaad geweldig aardige en grappige mensen, mooie natuur, vulkanen, zwarte zandstranden, enorme golven om te surven, schattige dorpjes en bloemenzeeën. 

Jaime en ik hebben niet echt samen gereisd, maar liepen elkaar wel telkens tegen het lijf on the road. Waarschijnlijk omdat we allebei vrij langzaam reizen. Ze kwam naar Antigua en we wilden allebei naar El Salvador, dus zijn samen met het busje naar El Salvador gegaan, naar El Tunco. Dat is het surfersmekka van El Salvador en lichtelijke partytown. El Tunco, met zwart zand van de vulkanen, en veel stenen waar je eerst overheen moet klauteren om bij de golven te komen (auw! de locals lopen erover heen alsof het veertjes zijn, en ik liep te stuntelen of course). Jaime had er een aantal vrienden wonen omdat ze er zelf had gewoond, en we ontmoetten onder andere ´Pepino´ die zelfgemaakte rum met kokossmaak presenteerde. Was erg lekker! Het surfen in El Tunco was toch iets meer voor gevorderden, want de golven waren ENORM. Like, 5 a 6 meter, en ze waren net in april-mei groter aan het worden door de big swell die aanzette vanaf de South Pacific. Dus ik heb het wel geprobeerd, maar werd zo hard wiped out, zeg maar de benaming van een enorme golf die over je heen spoelt, dat ik dacht, nah even een beginnersstrand zoeken :p Ook grappig dat ik weer andere reizigers tegenkwam die ik had ontmoet in Mexico, Gísli en Isaac. Na El Tunco verkasten Jaime en ik dus naar El Zonte. Hier hing een relaxtere vibe onder de locals, waren weinig andere toeristen, een prachtig zwarte zand strand (het is niet het klassieke bounty strand, maar juist anders en ook heel mooi vind ik) zonder al die stenen van El Tunco, en alles was donker en gesloten na 9 uur s´avonds, dus er was geen party (helaas?). Er waren ongeveer twee hostels, eentje waar wij in sliepen ´Wipe Out´ en een waar de wifi was en dus alle toeristen heenkwamen, dus binnen twee dagen kende je wel iedereen die er was daar. Ik heb nog wat surflessen genomen om weer even de basics door te nemen, het was zo leuk weer! In El Salvador is hét gerecht van het land ´Pupusas´. Dit zijn kleine, dikkere tortillas gegrild, en gevuld met kaas en of kip of chicharron (gefrituurde varkensvet), super lekker. Ik ontmoette in El Zonte onder andere Roy, een Venezuelaanse jongen die sinds zijn achtste ongeveer in Boston, US, woonde. We hadden opzich wel zin in een feestje, maar aangezien er dus geen party´s waren in El Zonte, liepen we het strand af ´op zoek naar´, en kwamen we grappig genoeg een feestje tegen in een gebouw aan het strand. We nodigden onszelf ongeveer uit, het voelde wel een beetje als partycrashing, maar de mensen vonden het wel interessant dat we er waren volgens mij, en hielpen ons binnen en vroegen ons van alles. Het bleek een personeelsfeestje van fabrieksmedewerkers uit San Salvador. Ze dansten met ons en lieten ons de ´Bala´ zien, een soort half-traditionele dans uit de jaren´70 die iedereen kent in El Salvador, waarin wordt gezongen wat je moet doen, erg grappig :D (https://www.youtube.com/watch?v=OSwuoHwd63Q). 
Na een paar dagen surfen in El Zonte, moest Jaime richting San Salvador voor werk en reisden Roy en ik terug naar El Tunco, waar we Hans uit El Salvador (hij heeft een Duitse vader, vandaar de naam haha) en de Argentijnse Syxto zouden ontmoeten. Roy zou namelijk bij Hans couchsurfen en vroeg of ik ook meewilde. Gerne! Dus we reden in Hans super krakkemikkige autootje (echt niet normaal, de deuren waren halfkapot, niet alle knoppen of hendels werkten meer, en veren sprongen uit de bekleding, volgens mij daterend uit de jaren´80 en die de APK al langer dan een paar jaar niet zou redden, vergeleken daarmee is onze Opel Astra ´95 echt een luxe bak ;p) richting San Salvador, de hoofdstad van El Salvador. Het was erg leuk om bij Hans thuis te kunnen slapen en we ontmoeten ook een aantal vrienden van hem s´avonds, en liepen de volgende dag door San Salvador. Ik kan wel zeggen dat dit echt een van de vieste steden is die ik heb gezien, en helaas ook heel erg arm. Zag heel veel mensen met gescheurde kleding, bedelen, en enorme afvalhopen bij de markt. Ik had graag ook het war-museum willen bezoeken over de burgeroorlog van de jaren ´90 in El Salvador, maar die was natuurlijk gesloten toen wij er waren. Dus na een dag hadden Roy en ik het wel gezien op dat moment (en Roy had niet zoveel tijd voor zijn vakantie) dus we reisten door naar Santa Ana met de chickenbus (of gewoon camión of bus in het Spaans, dit is de Engelse benaming) Ik weet niet of ik dat al had uitgelegd, maar dat zijn oude schoolbussen van de US, die worden gebruikt door heel Centraal-Amerika. Er zijn normaal gesproken geen kippen aan boord, hoewel ik er wel eentje had gezien in Nicaragua, en gelden als het openbaar vervoer waar iedereen mee reist.
Toen we aankwamen in Santa Ana, een vrij rustige stad, vrij local, zochten we naar een van de twee hostels die er zijn (toerisme is nogal onderontwikkeld in El Salvador) en vroegen aan de politie bij het lokale politiebureau waar we net stonden, of ze wisten welke richting Casa Verde op was. De politieagent zei dat het niet heel ver was, maar een beetje ingewikkeld qua straten, dus zei tegen ons, ´Oh we gaan zo beginnen aan ons check up routine-rondje met de pick-up, dus jullie kunnen wel meerijden´. Haha, nice, meerijden met de politie pantserwagen, dat zagen we wel zitten! Achterin de open bak van de pick-up, en we werden keurig afgezet bij ons hostel, super leuk. ´s Avonds wijn op het dakterras met Roy en de Duitse Michael, waar we serieus geen énkel geluid hoorden van verkeer, we konden welgeteld één auto horen en precies uitvinden waar de locatie was een aantal blokken verder op, en we hoorden de vogels en krekels, alsof we ons middenin de natuur bevonden.. We beklommen weer een vulkaan van Santa Ana, elke vulkaan is toch weer heel anders, een mooie hike van een paar uur, en kwamen uit bij de krater waar zich 70 graden heet sulfer, ofwel zwavel, in bevindt, en wat prachtige chemisch ogende turkoois groene kleuren geeft. ´S avonds weer chillen op het dakterras met de hike-groep, en ik sprak Michael over waar hij heen zou reizen. Hij had het over dat hij via Copan naar de Bay Islands zou gaan, eilandjes in het noorden van Honduras in de Caribbean, en dat hij daar zou duiken. Ik wist dat dit een van de mooiste locaties is om te duiken en tevens goedkoopste van de wereld, en het was aardig een eind ´omrijden´, maar ik had nog ruim een maand om te reizen.. Het was eerst m´n plan om dus vanuit El Salvador naar Nicaragua te gaan, maar ik bedacht me dat het wel heel vet was om toch weer te duiken, dus ik besloot om met Michael richting Honduras te gaan! Eerst deden we nog de Ruta de las Flores aan, een route in El Salvador langs een aantal schattige authentieke dorpjes, blijkbaar langs een route waar vele bloemen zouden moeten staan, maar we zagen ze niet. Het was wel heel groen, andere planten en bomen stonden in de bloei! Met de chickenbus naar Juayua en Nahuizalco en Ataco, zijn we veelal, wederom de enige toeristen. Eten we yuca con chicarron op de plaatselijke marktjes, yuca is zachtgekookte casave, en met de knapperige chicarron en wat groente in een bananenblad, superlekker! en zien we overal prachtige streetart. Vaak met verwijzingen naar de oorlog, en politieke statements. 

Honduras 

Vanaf Juayua, El Salvador, reizen Michael en ik via zéven chickenbussen en via de grens over naar Guatemala, en vervolgens de grens over naar Honduras, en tien uur verder, komen we aan in Copán. Ik vind het heerlijk om met deze bussen te reizen, je kan lekker weg dagdromen, in gesprek komen met de locals, het is super cheap (30 cent voor een paar uur elke keer), en je hebt de meest prachtige en variërende uitzichten! In Copán bezoeken we Maya ruïnes in de jungle, en hoewel deze ruïnes net zo mooi zijn als Chitzén Itza bijvoorbeeld, lopen hier weer weinig toeristen. Copán is verscholen in de jungle daar, en heel goed bewaard gebleven. ´s Middags besluiten Michael en ik een paardrijtoer te doen door het natuurgebied daar, en lopen we (of ja, de paarden dus) over prachtig heuvellandschap en bosgebieden, laat de guide nog wat verscholen Maya ruïnes zien (er zijn super veel archeologen aan het werk in dat gebied, het schijnt dat 80 procent nog onontdekt is..) en de guide spoort de paarden soms wel wat aan, en we gaan ook echt in gallop, en ik moet zó hard lachen van de adrenaline, dat de guide denkt dat ik het leuk vindt, en dat vind ik ook, maar ik vind het tegelijkertijd ook super eng, en hij spoort ze meer aan en de paarden gaan nog harder en ik zeg ´Michael aren´t you scared HAHAHAH omg!´ en Michael antwoordt´Ja I´m just trying to hold onnnn, and not fall off, have to focus!´, het is echt heel grappig en ik kan m´n paard niet tegenhouden of langzamer laten gaan, dus ik moet echt alleen maar lachen ;p Leuke ervaring weer..

Dan reizen we de volgende dag 12 uur, je moet er wat voor over hebben om er te komen, nemen we twee bussen (maar twéé dit keer, dus we kunnen lekker slapen), stappen over in San Pedro Sula (¨fun¨fact: dit is de ´moordhoofdstad´ van de wereld, al jaren hoog op de lijstjes van gevaarlijkste steden ter wereld. maar anyway, wij hoefden alleen over te stappen op een andere bus) richting La Ceiba en nemen dan een van de ergste ferries waar ik in jaren mee ben gegaan.. de Ferry richting Útila, een van de Bay Islands. De ferry ging letterlijk van links naar rechts in een hoek van 90 graden, het was echt niet normaal, ik werd zó misselijk. De medewerkers waren constant plastic zakjes aan het uitdelen.. Ze zeiden dat het die dag echt heel ´choppy´ was op de zee, en dat het niet alle dagen zo was. Na anderhalf uur hel, kwamen we aan op het eiland. Pfoeh! Útila is een klein eilandje waar mensen als gekken door de éne hoofdstraat van het hele eiland, heen crossen met scooters en golfkarretjes, waar er vooral een black community woont, van de Garifuna´s die aan de Caribische kust leven, en waar de hoofdtaal Engels is en ze zich eigenlijk niet willen associëren met de rest van Honduras. Zoals op vele eilanden, hangt er ook hier een chille vibe, en is er veel party aan de gang. Een avondje met een uur happy-hour-gratis-tequila, en ´Oh we nemen er maar twee toch! Morgen weer duiken´ verdwijnt naar de achtergrond en worden er iets meer dan twee.. ´s nachts maak ik kennis met El Gordo (de ´dikzak´ veel mensen noemen elkaar gekscherend zo, en het is geen belediging en wordt vaak vriendschappelijk gezegd, maar wel tegen wat meer gezette mensen) die de allerlekkerste baleadas verkoopt bij zijn streetfoodstalletje (baleada is het nationale gerecht van Honduras, wederom een tortilla, maar nu wel net iets anders dan de pupusa, dubbelgeklapte grote tortilla met kaas, sla, vlees), en ik kom elke avond terug bij El Gordo, zo leuk! Ik neem de duikcursus PADI Advanced bij duikschool Parrots, wat inhoudt dat ik meerdere duiken maak, waarvan er 2 vaste duiken verplicht zijn vanuit PADI als onderdeel van de cursus, de navigation met een kompas en een training waarmee je je drijfvermogen verbetert met je ademhaling, er 3 andere zijn die de school aanbiedt en verschillen per keer (en wij deden oa. een nachtduik en een shipwreckduik!) en nog 2 losse duiken. Het was echt geweldig! Er was zoveel mooi koraal en zo´n verscheidenheid aan vissen, ik zag o.a. Barracuda´s, een school Snappers die lijken op tonijnen, sidderalen, en we zwommen met dolfijnen! De boatdriver spotte ze en wachtte ze op met de boot, en zei op het juiste moment wanneer we het water in konden glijden met onze snorkels, en de groep dolfijnen zwom zo op ons af en onder ons door, terwijl ze rondspeelden en dartelden en de hoge geluidjes maakten! Zo cute, zo bijzonder! En waar je bij je PADI Open Water (de eerste cursus die je moet doen) nog veel ´saaie´ maar wel de nodige, oefeningen doet, ben je hier gewoon lekker vrij aan het duiken en kan ik daar veel meer van genieten.. Het is zo heerlijk dat duiken, zo vrij, je kan je zo vrijuit bewegen in het water, je hoort alleen je eigen ademhaling en het is eigenlijk best wel mind-full.. De shipwreck duik was ook heel bijzonder en de nachtduik was heel exciting, maar wel een beetje eng. Zolang ik bij de groep bleef en in de buurt van de grote lichtbundels van onze zaklampen bleef, was het oké, maar als je dan achterom kijkt in het pikdonker van de zee.. brrr... wat zou er achter ons zwemmen.. haha. Bij de duikcursus leerde ik de Deense Trine en Christian kennen waar ik mee omging die week en ook de Nieuw-Zeelandse Scott en Tom bij een klein bounty strandje. Ik dacht eindelijk even een rustpuntje te vinden om brak me boek te lezen, maar ze kwamen om even een koud biertje in de zee te doen, wat ook geen verkeerde spendering was :) Na een week duiken en partyen, namen Michael en ik de boot zondag terug naar het vaste land (gelukkig geen super choppy water dit keer!) en zouden we met een 15-uur durende shuttle richting León reizen, Nicaragua. Dit keer had ik de beslissing genomen om mijn laatste drie weken vooral rustig in Nicaragua te spenderen om het land goed aan te doen, dus ik kon helaas op dat moment niet meer van Honduras ontdekken. De 15-uur durende shuttle zou op zich geen probleem moeten zijn, ware het niet dat we met superirritante, luide, arrogante obnoxious Australiërs en Canadezen vastzaten. Wauw, dan is de reis opeens extra lang :p een van hen ging ook klagen bij de lokale ambtenaar toen we de grens overgingen omdat het bijv. te lang zou duren (20 min), en hoe belachelijk dit land wel niet was etc, op zo´n ontzettend rude manier (sorry ik kan soms de Nederlandse woorden niet vinden, ben m´n Nederlands een beetje verloren tijdens deze reis haha), maar ik schaamde me echt dood! Ik ben tijdens deze reis weinig irritante mensen tegengekomen, of ja, die kan je dan wel vermijden enzo, maar we zaten natuurlijk vast met hen in dat veel te kleine busje :´). Wat waren Michael en ik blij toen we aankwamen in León! 

Nicaragua

De Cerro Negro, een van de vele vulkanen in Nicaragua, kun je beklimmen. Daarna kun je er weer vanaf lopen, als je wil. Maar waarom niet met een slee eraf boarden? Veel leuker toch? JA INDERDAAD. Wow dit was zó leuk! Dit is een van de attracties van León, de koloniale, revolutionaire (als in, hier begon de Nicaraguënse revolutie, niet revolutionair modern), universiteitsstad van Nicaragua, en de vulkaan ligt er op een half uurtje wildernis vandaan. De hike zelf was niet moeilijk of lang, wel mooi, en wat was dat geweldig om van die vulkaan af te sliden!! Dit was zo´n zelfde ervaring als met het paardrijden, het was zo leuk maar zo eng tegelijkertijd, en ik had geen controle over de situatie (ik kon gewoon niet stoppen) dat ik weer superhard moest lachen en gillen. De Nicaraguaanse jongen die foto´s maakte van ons en halverwege de vulkaan stond, zei dat ik echt heel hard schreeuwde. Ik kan me er wel iets bij voorstellen! Ik ging nog vrij langzaam (30 km p uur ofzo) omdat ik met m´n benen afremde, en Michael deed dat niet en zou ongeveer 65 km p-u gaan.. en het record staat op 95 km p-u.. OMG. Het was een ervaring ja! in León leerde ik meer over de revolutie in het museum van de revolutie, en een voormalige guerilla strijder gaf me een rondleiding en vertelde trots over zijn werk. Beklom ik de kathedraal waar je het dak op mag, Insigne y Real Basílica Catedral de la Asunción de la Bienaventurada Virgen María, die dus, een knalwit gebouw met koepels en gotische kerkdakjes, stak prachtig af tegen de stralendblauwe lucht, en het wit deed gewoon zeer aan je ogen. Rookte ik shisha bij een Palentijnse bar (zo nice, de eerste waterpijp bar die ik ben tegengekomen in Centraal-Amerika), at ik Sri Lankaans bij een restaurant Imbir met Sri Lankaanse eigenaren (dus authentiek, zo´n heerlijke dahl curry gegeten daar), en Franse baguettes met gerookte zalm - Oh ja, het is een mooie mix van culturen! Ik heb ook nog wel typisch Nicaraguëns gegeten hoor haha, gallo pinto - rijst met hele bonen (meestal is het een saus), vlees en wat salade. Ik nam na twee weken samenreizen, afscheid van Michael, hij reisde sneller door omdat hij in Costa Rica een vriend uit Duitsland zou ontmoeten. Het waren ook weer twee hele leuke weken met hem, en de eerste twee dagen na zo´n intensieve tijd samen met andere mensen, is het altijd extra alleen daarna en extra eenzaam.. en heb ik dan ook geen energie om weer veel nieuwe mensen te ontmoeten, soms weet je niet of het alleen die ene ontmoeting is met het oppervlakkige ´where are you from, where did you travel, etc´. of dat je elkaar nog langer zult zien. Het komt wel weer terug dat gevoel, maar ik heb daar soms echt even genoeg van. 

Het noorden van Nicaragua 

Ik besloot om even van de gringo-trail (het ´bereisde pad´ wat zo ongeveer alle backpackers in Centraal-Amerika volgen - of ja dan zonder El Salvador) af te gaan en naar het noorden van Nicaragua te gaan. Vervolgende mijn weg naar Matagalpa, waar ik een dagje verbleef, kinderen spelen er op straat, het is regenachtig, en San Ramón, de highlands van Nicaragua. Hier is het platteland en ik wilde een koffieplantage bezoeken in San Ramón, waar ze een community van drie dorpjes hebben die samenwerkt in een collective. De vrouw die er werkte in de koffiebar, Ersilia, vertelde me dat ik bij haar familie kon verblijven in hun huis. Leuk! Wat anders dan een hostel, dus ik verbleef daar bij de campesinos (boeren lokale familie) die werkten op een koffiefarm. Ik kreeg een koffietour, maar ja, wist ik veel dat het nu geen koffieseizoen is nu :p dus er was weinig te zien, Bertina vertelde me wel veel over de productie en liet me ook de maïs en bonenproductie zien, wat allemaal met de hand wordt bijgehouden en geoogst. Het was heel leuk om bij de familie van Ersilia te verblijven, die met haar drie kinderen en man daar woont. Kleine indruk: Wakker worden met een sloth, luiaard, in de boom in de achtertuin, een huisparkietje die ook in een boom woont. Geen wifi, deze mensen hebben geen TV en nog nooit gehoord van The Rolling Stones of Bob Marley.. De hele familie slaapt op een kamer, hoewel misschien als ik weg ben, er weer twee op die kamer slapen. We toasten en branden de koffie, vermalen het, en drinken heerlijke versie koffie. Ersilia, ze werkt voor 4 euro per dag in de koffiebar, 10 uren lang. 

Vanuit San Ramón en de koffiefarm, ga ik naar Somoto, wat echt een hele lange trip is en zeker geen drie uur zoals de familie me vertelde (ze zijn er waarschijnlijk nog nooit geweest). In dit gebied, en in deze bussen ben ik weer de enige toerist en iedereen kijkt me nieuwsgierig aan en soms wat geirriteerd (die stomme grote backpack staat in de weg) want net als je denkt dat deze bussen he-le-maal nokkie zitten, kunnen er zeker nog wel 10 mensen bij in Nicaragua :D In Somoto, dichtbij de Hondurese grens, is het hoogtepunt de cañón de Somoto. Een prachtige canyon die pas ´geopend´ is voor toeristen in 2005, waar ik met een Frans stel en onze tourguide Rigoberto doorheen loop, maar vooral float met een lifejacket. Dat is zó grappig om te doen! Je dobbert gewoon heerlijk met de stroming mee (vrij langzaam) en springt hier en daar van een klif af, en ziet de prachtige cañonwanden boven je. Zo mooi was het. Soms moesten we een klein stukje naar beneden springen. Dus ik gaf mijn bril aan Rigoberto om even vast te houden, en hij zette hem op zijn hoofd voor de grap, dus ik zei ´eh is het niet beter in de waterproof bag..´ en hij zegt ´Nah dat gaat wel goed hoor´ ´OK´, en het moment dat ik me klaarmaak om te springen, in die twee seconden dat ik daarna weer opkijk, en Rigoberto net naar de tas bukt om wat te pakken, zie ik die bril van zijn hoofd vallen en zo de stenen af, het water in rollen! Precies op het diepste punt, waar het water 20 meter diep is.. :p ´OH DIOS MIO, que pasa?! My glasses fell down!´ Rigoberto weet niet waar hij het moet zoeken. Ach ja, kan gebeuren, ik ga het uitzoeken met de verzekering, zeg ik tegen hem. Vanaf dat moment ben ik alleen wel half blind! Ik zie op de straat niet eens meer wat ze verkopen in hun streetfoodstalletjes en moet er echt heenlopen, en dan willen mensen gelijk wat verkopen natuurlijk! Maar ik red me wel even, gelukkig is dit in de laatste twee weken gebeurd, en pap en mam brengen me andere bril mee als ze hierheen komen.

Enkele gedachten..
Na Somoto ga ik via Estelí en Managua naar Granada, ook al een oud-koloniale stad. In de bus ontmoet ik Sergio, die uit Chinotego komt en we praten wat over noord-Nicaragua. In de taxi in Estelí zie ik een man op straat die schreeuwt tegen de chauffeur, wat zou er aan de hand zijn? denk ik, maar de chauffeur moet lachen en zegt dat deze man zei ´Nuestro presidente es satánico, y su esposa también, y yo so loco!´ (Onze president is duivels, en zijn vrouw ook, en ik ben gek!) Geniaal. In deze omgeving werken mensen hard, er komen weinig toeristen vergeleken met het zuiden. Koffie, sigaren verbouwen, en rum productie Flor de Caña, (Cuba move over! Waarom krijgen de Nica´s niet meer credits hiervoor?) De highlands, met roerige dorpjes en stadjes, waar ik vaak de enige toerist ben in de local buses danwel de stad. Ze zijn gek erop - het wordt overal gedraaid - Mexicaanse muziek, ranchero, banda, norteña.. Sergio zegt dat hij denkt dat het komt door de link die ze voelen met Mexico, omdat er hier ook zoveel ranches zijn met ranchero´s.. Ze noemen het El Cotrán, wat ze in het zuiden El Terminal noemen en in Mexico .e.d. El central de autobúses. Eigenlijk vind ik het heerlijk om zoveel te reizen en zoveel uren, de laatste dagen met de bus, te gaan. Het is een prachtige manier om het landschap te zien en weg te dromen.. dagdromen.. muziek te luisteren. Ik denk dat mijn eigen muziek luisteren, zeker een element, een van de weinigen hier, is dat me sterk aan thuis doet denken, een soort ding dat ik graag tot mijzelf houd. Ik wil zeker nog eens een lange reis maken. Dit is niet mijn laatste. 

Terug naar het Zuiden. Granada en Ometepe. 

In Granada verblijf ik in Hostel Azul, wat Mexicaanse eigenaren heeft. Superleuk! Ik ontmoet Denise, ze komt uit Mexico D.F. (Mexico-stad) en ik vertel haar enthousiast en uitgebreid over mijn liefde voor Mexico. Dat ik er eigenlijk een maand zou rondreizen, maar er drie maanden bleef. Zo´n enorm land, rijk in verschillende culturen, diverse indigenous volkeren, kleuren, geuren, het eten! De Mexicaanse cuisine, de taal en dan vooral de slang, que padre, wey! que chido este, tomamos chelas? tradities, de diversiteit in natuur en klimaat, en vooral de super open en grappige Mexicanen, zo gastvrij, en iedereen die denkt dat ik Mexicaans ben, zodat ik me thuis voel. Ik wil echt nog eens terug komen naar Mexico, of er misschien een tijdje werken of een project doen.. Het zou leuk zijn om het land nog beter te leren kennen, en niet alleen op een toeristische manier. Als ze mijn tasje ziet van de Zapatistas en mijn tattoeage van Frida Kahlo, zegt ze ´Oh wow, je moet wel echt van Mexico houden zeg! Ja klopt.. Er hangt een Mexicaanse vlag, en siervlaggetjes, er is Mexicaans eten, en er staan Catrina´s op de toonbank (de typische doodshoofden van de Día de las Muertas). Tijdens een Mexicaanse fiesta slaan we natuurlijk zo´n piñata kapot :p Hoewel elk land dat ik nu heb bezocht ontzettend mooi is en zijn eigen charme heeft, is Mexico wel mijn favoriet..

In Granada zie ik de Masaya vulkaan met stromende lava binnenin (WOW moment nummer 389!!), gaan we naar het prachtige en 200 meter diepe vulkaankrater meer ´Laguna Apoyo´, en naar de treehouse party - yep, een boomhut hoog in de jungle, waar we een feestje bouwen. En gek genoeg superveel Nederlanders zijn! Nog niet zoveel tegengekomen als daar. Gaan met een groepje mensen van het hostel erheen, en ik ontmoet er de Deense Katrine en Canadeze Chris. Met hen reis ik de laatste week samen. Het weekend is een partyweekend en we besluiten door te reizen naar de pacific kust voor de Sunday funday. Een groot gekkenhuis. Allerlei poolparty´s met honderden mensen. Het is zeker een ervaring! 
Na een dag een beetje hangover te zijn, beetje, surfen we nog een dag bij Playa Remanso. En spenderen we de laatste aantal dagen bij het eiland van Ometepe. Dit is een krakelingvormig eiland in een meer, met twee vulkanen erop, Maderas en Concepción. We huren twee scooters met z´n drieën. Chris rijdt met Katrine achterop, en ik heb zelf een scooter. Wat we natuurlijk niet wisten, is dat één gedeelte van het eiland bijna totaal onbegaanbaar is, volledig met stenen en al, geen asfalt of betegeld. Het eerste gedeelte dachten we ´nah dat zal wel meevallen, er komt zo wel een goed gedeelte´ en het was echt niet normaal! We reden er overheen en ik dacht elk moment, dat ik of van de heuvels af zou vallen, of we zouden doodgaan, of als de motor weer eens keihard knalde op een van de stenen die we zo goed als kon probeerden te ontwijken, we sowieso een paar honderd euro moesten neerleggen, en we waren op een bepaald punt al zóver op de rit, dat we maar beter verder konden gaan dan terug! Het was zo grappig en zo eng!! we kwamen op onbegaanbare wegen, door local dorpjes, ver afgelegen van de wat grotere dorpen aan de andere kant van het eiland, en alle locals keken ons aan en moesten lachen, ze dachten vast ´oh die loco, super domme, toeristen´ Ik dacht echt bij mezelf ´dit is echt zo dom, wij moeten zo ongeveer de stomste toeristen zijn op dit eiland! dit is waarom we hier niemand zien, niemand is zo gek deze kant op te gaan !´ en ik heb hier helaas geen foto´s van, van de onbegaanbarte wegen, want toen moest ik gewoon echt mijn aandacht erbij houden om niet om te vallen :p. We hebben het overleefd, en hoefden ook geen schade te betalen, want de scooter was gewoon nog goed! OH! Damn. Komt natuurlijk door die goede scooter skills van mij! hehe ^^ De volgende dag huurden we weer scooters en gingen we de andere kant op van het eiland, wat betegeld was en wat natuurlijk echt een eitje was! We sliepen de eerste paar nachten in een soort eco-farm ofwel hippie hostel Zopilote, in de jungle van Ometepe, en de laatste nachten in een local hostel, met echt een te grappige eigenaresse Maria, die graag schreeuwde naar iedereen (vrolijk, niet boos) en het liefst zo snel mogelijk in het Spaans praatte tegen iedereen en dan hele preken hield over ¨ hoe je niet die ene kant van het eiland op moet gaan met de scooter, want dan maak je hem kapot en moet je flink betalen, of je gaat dood omdat je keihard valt ¨ (had handig geweest als wij dat ook hadden gehoord :p) of hele verhalen vertelde, terwijl je zag dat de arme backpackers er geen hond van snapten, en meeknikten uit beleefdheid en ook een beetje geintimideerd waren omdat ze zo schreeuwde, het was echt een grappig spektakel om aan te zien. Soms had ik een beetje medelijden met de toeristen die gewoon zo duidelijk geen ander woord Spaans spraken, dan ´Hola´ en ´Gracias´, dat ik dan maar een beetje hielp met vertalen, en ze me zo dankbaar aankeken en Maria ook. Hostel de Maria. Ik zal die plek niet gauw vergeten :) Ook hebben we de Maderas vulkaan beklommen. Weer totaal anders dan ik had gezien van de andere vulkanen. Ik loop vrij langzaam, dus ik liep achter aan de groep en de anderen moesten ´af en toe´ wel even wachten op mij. Haha. Ik doe alles op m´n eigen tempo, ga toch niet haasten?! en deze vulkaan was weer zo mooi, en anders.. Tropisch! Met een zee van tropische planten overal en een nevelwoud, we liepen door de wolken.. Wauw! Zware hike ook wel, veel klimmen, veel stenen en heel veel modder. Regen. Het is regenseizoen, en dat was echt flink te merken op Ometepe. Toen we boven op de top aankwamen, gingen we sandwiches maken (hadden we natuurlijk niet gedaan sochtends vroeg, liever wat langer slapen of course) en toen we die eindelijk hadden gemaakt en op aten, zouden we weer terug lopen naar beneden. Het uitzicht was door de mist, wolken, toch niet te zien, en Chris zei ´Wow we hiked like 9 hours on a volcano to the top, in order to make like sandwiches, and then return!´ :D 

Na een geweldige tijd in Nicaragua, en Centraal-Amerika, werd het tijd om mijn vlucht te nemen vanuit Managua via Miami, naar Lima, Peru. Ik had een overstap van ruim 11 uur in Fort Lauderdale, Miami, dus ik ging natuurlijk even mijn ESTA visum aanvragen (moet sowieso in USA ook voor overstappen) en kon met het busje zo, hop, naar Hollywood Beach. Het was zo leuk om in een totaal andere omgeving te zijn. Wat een hoop aardige Amerikanen heb ik even ontmoet in een zo´n dag. De straten zijn precies zoals in de films, brede avenues, met de grote groene verkeersboorden en richtingen Miami, Palm beach, route 98, mensen die met een plat accent spraken, veel witte, maar ook hispanic mensen en veel zwarte mensen, grote palmbomen langs de weg, hot maar niet sweaty, strakblauwe lucht, Florida here I am, en een kleine dagje langs de boulevard lopen en de zee in! Had ik al gezegd hoeveel aardige mensen ik even sprak op die dag? Iedereen praat met je - of ook wel tegen je aan - hele verhalen..! Ik wil zeker nog eens naar Amerika.. ´MURICA! Zelfs nu Trump er is. I don´t care, ik ga dit land zeker eens meer bezoeken. 

Nu ben ik in Lima.. en het einde van mijn solo-reis zit er op.. zoals je misschien hebt gemerkt, heb ik dit verhaal een beetje vluchtig getikt.. Ik had natuurlijk nog wel veeeel meer kunnen vertellen, maar je bent waarschijnlijk al lang je aandacht verloren ergens halverwege een vulkaanverhaal, ik snap het helemaal! En hé er zitten dit keer ook wat foto´s bij!! Deze foto´s zijn een kleine selectie van mijn camera, maar ik heb nog meer foto´s gemaakt met mijn telefoon, en die moet ik er ook nog bijvoegen. Die ga je nog zien. Ik ga ook nog een blog schrijven om wat te reflecteren op mijn reis, als ik weer thuis ben. Ik heb zoveel meegemaakt en zoveel mensen ontmoet en zoveel dingen ondernomen, dat ik het me soms niet allemaal besef, wat een ervaring dit was.. Morgen komen mama papa en Joost hierheen, en ik vind het wel jammer dat mijn solo-reis tot een einde is gekomen, mijn ´vrijheid´ van het alleen-reizen, ga ik nu vervangen door een mooie familie reis, wat ook altijd leuk is! En goedkoper, haha. En ik ga een beetje achterover leunen en laat Joost en mama het ´touring´ part doen, en met papa af en toe ´stop´ zeggen tegen hun ontembare sightseeing must-do, en dan een biertje of een cappucinootje doen op een terras, en ik ga wel even opscheppen met mijn Spaans natuurlijk. Ik zal denk ik ook nog een verhaal schrijven over Peru en onze reis samen. Voor nu dus, adiós Centro-América, ik kom zeker terug, en naar de US, en nu ben ik in Lima - Peru. En ga ik hier genieten, en morgen even een hele dikke knuffel geven aan de rest van Nussy-Staring gezin na zoveel maanden. Veel liefs, en tot mijn volgende blog. Met een grote glimlach zeg ik nu gedag, en sluit ik mijn reis af voorlopig. Voorlopig.. Dit was niet mijn laatste grote reis!

Lisa 

Foto’s

3 Reacties

  1. Oma Staring:
    22 juni 2017
    Lieve Lisa!
    Je bent over een paar weken thuis, dan kan je het me beter de hoogtepunten vertellen.
    Met vriendelijke groet, mede namens mijn scribent, oma.
  2. Dia zwartkruis:
    25 juni 2017
    Lieve Lisa, wat een verhaal.Je kunt een boek schrijven. Op het ogenblik zijn jullie samen , wat een feest zal dat zijn! Maar ik heb ontdekt dat je 2 vrienden hebt , Sacha en Ben van Zelst . Hun moeder Irma Zwartkruis v. ZELST , IS MIJN PETEKIND. Wat is de wereld klein. MAAR JIJ BENT TOCH NOG WEL HEEL VER WEG HOOR. HEEL VEEL PLEZIER SAMEN EN TOT ZIENS. Groetjes Ida.
  3. Janny van Olst:
    24 juli 2017
    Wat een prachtige verhalen weer Lisa!
    Ik ben benieuwd wat je er van vindt om weer terug in Nederland te zijn. Ik verwacht tóch een of ander boek van jou. Ik zie je graag weer persoonlijk in levende lijve!
    Liefs en groetjes? ,Janny